Cornelius Coggen

? - ?

Bichelaer, van den

220. Coggen, Cornelius

Cler. Luik, A.I.L. 1529-1543 (1529-1544) Leuven, Den Bosch

Meester Cornelis Coggen stelde op 23 juni 1529 te Leuven het testament op van heer Anthonis Bruynincx, kanunnik van de St.Petrus in Oirschot. Op 26 en 29 juni was meester Cornelis tevens als notaris aanwezig toen de testateur nog twee codicillen aan zijn testament toevoegde. In het laatste codicil herriep deze een aantal legaten - waaronder ook één aan Cornelius Coggen - omdat hij de gelegateerde goederen inmiddels had geschonken. Meester Cornelis, die in 1529 mogelijk in Leuven studeerde, verhuisde later naar Den Bosch waar hij van 1536 tot 1544 als openbaar notaris en kapittelnotaris bekend is. Als kapittelnotaris hield hij ook de acta capituli bij. Hiervan zijn echter slechts twee door hem gemaakte concept-akten uit 1543 via afschriften overgeleverd. Meester Cornelis was waarschijnlijk afkomstig uit Breda. Een Anthonius Coggen de Breda (cler. Luik, I.L.) werkte tussen 1496 en 1506 als notaris aan de officialiteit van Luik te Diest en een Matheus Coggen de Breda ( -- Luik, A.I.) was tussen 1544 en 1557 openbaar notaris te Leuven. In het laatste jaar was hij tevens gezworen notaris van de conservator der rechten van de Leuvense universiteit. Een Jacobus Cogge Bredanus liet zich in 1545 als student aan die universiteit inschrijven. 1)
Noten
1.Cornelius Coggen RANB, KO 76 (23-29 juni 1529); GAH, Amb.gilden 95 (regest 108) (11 apr.1536); AAP I, Olmen (in dorso: 12 juni 1536), II ’s-Hertogenbosch (4 en 22 apr.1543) (= RANB, RSA 342); APB, St.Jan I, charter d.d. 16 mrt.1538; ABH, MA 169 (20 juli 1538); ABH, ZZ 309 (12 nov.1538), 340 (20 okt.1534); OLVB 46/47 (8 juli en 13 okt.1539); GAH, Sassen 788 (14 nov.1539), 789 (22 nov.1539); RANB, Coll.CV 1410 (3 jan.1544 n.s.); Vgl.: Bijlage II 225.12 (dominus Cornelius Cobben, 1522); Anthonius Coggen Frenken, Memoriaal, 264-265; Tabel 3.2, nr.54; AAT I, 2578 (23 sept.1506); Matheus Coggen AAT II, 125, fo.109r-v (31 dec.1545 n.s.); GATO, Schaetzen, ch.74 (27 sept.1557); Zie verder: Schillings, Matricule, IV 312 nr.409.
A.H.P. van den Bichelaer, Het notariaat in Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch tijdens de Late Middeleeuwen (1306-1531) (Amsterdam 1998)

Op deze pagina

Bichelaer, van den
URL om naar deze pagina te linken:

Bossche Encyclopedie |